dinsdag, augustus 17, 2010

Verheugen,


Zij verheugen zich over
God's gunst en Zijn
overvloed en dat God
de beloning der gelovigen
niet verloren doet gaan.
[ 3 - 171 ]


Verheugen,

Vreugde is er, onder de mensen, die doen geloven,
Zijn gunsten, bemerken ze elke dag, in beloningen,
Zijn goedgunstigheid, spreidt als een deken, over hen uit,
De warmte van Allah, zit in hun hart, die de mond getuigt.

Zij verheugen zich, over Zijn gunsten, die zij krijgen,
Doordat ze met alle liefde, Allah Zijn wil, doen belijden,
Zijn goedgunstigheid, doet hen leiden, op de goede wegen,
Naar de Moskeeën, van Allah, waar zij doen hun gebeden.

Allah zal hen, in overvloed zegenen, nu en na de dood,
Zij verheugen zich, op de verantwoording, over hun geloof,
Dat Allah, hen de tuinen, van het Paradijs, laat bekijken,
Waar zij op de dag van Qiyamah, nu al naar doen uitkijken.

Hun blijdschap, geeft hen extra stimulans, als Moe-emin,
Angsten voor Malak al-Mawt, hebben ze niet in het minst,
De dood is voor hen niet het einde, maar een goed begin,
Naar het Paradijs, ze weten, Allah is hen, heel goed gezind.

De beloningen van een gelovige, zullen niet verloren gaan,
De woorden, La ilaha ila Allah mohammedan rasoel Allah,
Zullen voor ons getuigen, die de weegschaal doet over slaan,
Want daar heeft een Moettaqoen, altijd open voor gestaan.

Moge Allah (Subhana Wa Ta'ala), ons Zijn gunsten schenken,
En dat wij ons elke dag, Allah oprecht mogen gedenken,
Dat waar wij ons, altijd op doen verheugen, uit mag komen,
Dat wij Inshallah, na dit leven, in het Paradijs mogen wonen.
Ameen.